Ziende zaterdag
Tijdens een etentje vorige week vroeg een jonge kerel mij:
“Hoe is het eigenlijk om blind te zijn? Het was altijd mijn grootste angst als ik oogpijn had ofzo. Ik denk dat ik het niet zou overleven. Ik zou niet meer willen leven.”
Het raakte me hoe open en kwetsbaar hij me deze vraag stelde.
En ik was trots en dolblij te merken dat mijn antwoord oprecht en waar was:
“Het is echt niet zo erg als je zou denken.”
Hoe geweldig dat ik dit kan zeggen en het nog menen ook van het diepst van mijn binnenste? Hoe bijzonder dat ik dit nu kan zeggen?
Blind zijn is echt niet zo erg als dat ik vroeger altijd dacht.
Ik ben de eerste om te zeggen dat de wereld niet gemaakt is voor blinde mensen. Een hele hoop dingen zijn vreselijk onpraktisch en enorm vervelend. Yep, it sucks, heel vaak.
Maar niet meer willen leven is eerlijk gezegd nooit in mij opgekomen. Ik ben gezegend met zo’n enorme goesting om te leven, zo’n zin om elk moment te plukken, dat het me heeft beschermd voor het niet willen leven.
Ik voelde de jongeman’s opluchting in de diepe zucht die hij slaakte. Hij probeerde nog steeds mijn woorden op een rijtje te krijgen.
Ik kon hem alleen maar een glimlach sturen, samen met al mijn vertrouwen.
Het was niet erg waarschijnlijk dat hij blind zou worden, dus ik wist dat ik het niet hoefde te zeggen, maar toch zei ik:
“Het zou goed met je gaan. Je zou echt nog een geweldig leven hebben als dat je ooit overkwam.”
Ik voelde zijn wanhoop toen hij vroeg: “Echt?”
“Ja. Echt.”
Het raakte me diep om iemand’s angst te voelen, te weten dat die angst zo lang deel van me geweest is, maar dat die nooit het stuur overnam in mijn leven.
Ik voelde me licht en gegrond na deze ontmoeting.
Van mijn eigen bewustzijnstrainingen weet ik dat hetgeen je ontkent in jezelf, zijn weg naar je vindt op de een of andere manier. Het universum is heel en dus zijn wij dat ook. Een geheel van alles wat bestaat.
Dat betekent dat ik gemaakt ben van hoop en vertrouwen, maar evenveel van wanhoop en angst.
Beide uiteinden van de polariteit zitten in mij. Als ik het ene ontken of vergeet, vindt het een manier om terug in mijn leven te komen.
Dit is het basisprincipe van de schaduwen van Debbie Ford (Google haar zeker als je meer wil weten)
Het moment waarop mijn ego voelde hoe licht en gegrond ik me voelde was het moment dat ik me eraan begon te hechten en mee te identificeren.
“Wauw, wat geweldig dat ik dit kan zeggen en menen?” “wauw, hoe heerlijk dat ik me zo oké voel met blind zijn?” “Nu moet ik ervoor zorgen dat ik me zo blijf voelen.”
En daar ga ik dan, ik hecht me eraan, ik verbind zelfwaarde aan een bepaald gevoel, een bepaalde gedachten.
En hupla, set up for shadow creation!
Het moment dat ik me identificeer met een bepaald idee of mening, sluit ik automatisch het andere uit en creëer ik dus een schaduw.
Met veel dankbaarheid ontdek ik midden in de nacht dat ik iets heb geleerd. Ik heb geleerd om de kleinste schaduwen te ontdekken van zodra ze zich vormen.
Dus ik voelde me trots omdat ik oké was met blindzijn. Het volgende dat zich aandient is dat ik me in slachtoffermodus zet.
Overal begon ik dingen te zien die ik niet kan omdat ik niet kan zien. Ik had stomme ruzies over niks met mijn partner.
En toen, in het midden van de nacht kwam het er allemaal uit.
Ik kon de tranen niet stoppen. Na een minuut of 2 wrong ik het mijn strot uit:
“Ik wil dit leven niet. Ik wil niet blind zijn.”
Eens ik de doos van pandora opende, was ik niet meer te stoppen. Ik sprak terwijl mijn partner me liefdevol vasthield.
“Ik weet wel dat het me veel heeft gebracht, dat ik er een betere coach door ben, maar nu ben ik het gewoon kotsbeu. Nu wil ik gewoon terug zien. Ik wil dit leven niet. Ik wil gewoon terug zien.”
De pijn sneed door mijn lijf. Ik kon bijna letterlijk mijn hart in stukjes voelen breken. Alsof ik diep rouwde om het verlies.
Even pijnlijk en triest was het, als ook zo mooi en krachtig. De pijn in zijn puurste vorm, zonder cover-ups of looking goods.
De rauwe, naakte versie van dat andere uiteinde van de polariteit.
Wanhoop in zijn blootje.
“Ik wil het gewoon niet meer.”
De magie in deze momenten is de leegte die erop volgt.
Nadat de laatste tranen opgedroogd waren, deelde ik met mijn partner hoe leeg ik me voelde. Als een wit blad. Niets kwam op in mijn hoofd. Nothing needed anything.
Pure space!
Toen de pijn compleet was, begon ik te vertellen over alle dingen die ik zo mis.
Ik fantaseerde over auto rijden. Dat ik hem overal zou oppikken in plaats van dat hij me overal heen moet rijden. Ik zou fietsen door de stad. Ik zou plekken bezoeken die ik niet ken en gewoon rond wandelen en kijken. Ik zou zitten en mensen kijken. Samen foto’s maken en naar landschappen en uitzichten staren. Ik zou hem diep in zijn ogen kijken en exact weten wat hij denkt. Ik zou tekenen en schrijven in een dagboek.
Hoe mooi zou het allemaal zijn…
En terwijl ik mijn hart liet spreken en vertellen waar het zo naar verlangt, ontdekte ik iets nieuws.
Ik zou mijn leven zoals het nu is, met blind zijn erbij, zo erg missen. Het verbaasde me heel erg en toch wist ik meteen dat het waar was.
Ik heb een uniek leven cadeau gekregen, dankzij de blindheid. Ik voel zo diep en veel, heb zo’n scherpe zintuigen. Ik ben mooi en sterk, met mijn blind zijn erbij. Ik weet het zo diep van binnen. Ik kijk op een andere manier naar de dingen. Mijn bedrijf heet niet voor niks Insight Out. Blind zijn is mijn pad en het past me als gegoten.
Het verwarde me even. Ik voelde net nog die diepe, diepe pijn en de wanhoop en nu zeg ik dat ik blind zijn zou missen?
Ja, ik zou het echt missen. En dit is waarom:
Ik denk dat ik verslaafd zou raken aan het ziende leven en zou vroeg of laat alle lessen vergeten die ik had geleerd. Ik zou mijn scherpe zintuigen niet meer zo sterk nodig hebben en zou er slordig en lui mee worden. Ik zou veel skills en sterktes verleren die ik had opgedaan in mijn blinde jaren.
Na een paar keer diep in en uit geademd te hebben zei ik:
“Weet je wat? Laten we ziende zaterdag inlassen.
Ik spaar gewoon alle autoritjes en fietstochtjes, uitzichten en foto’s en oogcontact voor zaterdagen.
1 dag in de week zal ik genieten van kunnen zien en de rest van de week geniet ik verder van het blinde leven.”
Dit is voor mij hoe balans er nu uit ziet.
Ik omarm mijn pijn en geef het ruimte, zoveel als het nodig heeft. Ik voel de pijn helemaal.
Ondertussen vergeet ik niet de aanvaarding en dankbaarheid die ik voel voor blind zijn en alles wat het mij gegeven heeft.
Het doet er echt totaal niet toe voor mij dat Ziende zaterdagen, tot nu toe, helemaal niet realistisch zijn. Ik weet heel goed dat “it ain’t gonna happen like that”, maar dat is echt naast de kwestie.
Het is het toelaten en ruimte geven aan elk gevoel, verlangen, dromen én pijn dat de balans creëert.
Het gaat niet om wat ik heb of niet heb, het is mijn ervaring van de dingen die geluk of ellende creëert. Hoe ik het ervaar, me erbij voel en hoe ik beleef, is wat uiteindelijk mijn leven maakt.
What about you?
Wat schreeuwt je hart? Wat is het dat je zo, zo zo, zo ongelofelijk graag zou willen, maar je jezelf niet toelaat om te voelen, enkel en alleen voor de dwaze reden dat het nu niet realistisch is?
Ik nodig je uit om erin te duiken, hoofd eerst en tot op de bodem. Duik in jouw verlangens en dromen en geef ze alle ruimte.
Wat houdt je tegen om je leven helemaal te leven?
Inzichten geprikkeld? Geraakt of geïnspireerd?
Ik wil het dolgraag horen!
Stuur me een E-mail en gebruik de deelknoppen hierboven om het aan de wereld te vertellen!